
Verduurzaming van de energievoorziening
Asbestsanering en sloop van ketel 5 en 6 van TU Delft
- Project: Asbestsanering en sloop van ketel 5 en 6 van Gebouw 43 te Delft
- Opdrachtgever: TU Delft
- Doorlooptijd: Februari 2020 - juni 2020

Bijzonderheden
- Binnensanering RK2 en 2A, in combinatie met chroom 6
- Sloop van schoorsteenpijpen en ketels
- Plaatsing van steigers met brandwerende krimpfolie
- Hoge tijdsdruk, mede door aanzienlijke uitbreiding van de opdracht
- Beperkte aan- en afvoerroute
Verduurzaming van de energievoorziening
Gebouw 43 is de warmtekrachtcentrale van TU Delft en vormt als zodanig de centrale energievoorziening voor de campus over de +/- 54 gebouwen. In het kader van verduurzaming schakelde TU Delft deels over op warmtebronnen. Om deze installatie te plaatsen, dienden twee gasgestookte ketels verwijderd te worden. De sanering en de sloop die aan deze renovatie voorafgingen, werden verzorgd door Vlasman.
Aan- en afvoer vormde een logistieke uitdaging
De opdracht betrof de sanering en de sloop van ketel 5 en 6, deze hadden een hoogte van ca. 15 meter en een inhoud van 1.000 m³. Allereerst werden de ca. 20 meter hoge schoorsteenpijpen vanaf het dak van het gebouw gedemonteerd en afgehesen. Vervolgens werden het omliggende leidingstelsel en de bordessen ontmanteld. Nadat de beschermende vloerdelen waren geplaatst, werden de steigers rondom de ketels opgetrokken met brandwerende krimpfolie. Daarbinnen zette Vlasman eerst ketel 5 in een RK2 containment. Hierin was zowel asbest als chroom 6 aangetroffen. De sanering omvatte metalen met chroom 6, asbestkoord en asbesthoudende kit, pakkingen en afstandhouders.
Bij de inventarisatie van ketel 6 was in eerste instantie wel chroom 6, maar geen asbest aangetroffen. In de praktijk stuitte Vlasman wel degelijk op asbesthoudende onderdelen, waarna de scope van de opdracht werd uitgebreid tot een binnensanering RK2A in combinatie met chroom 6. Pas na de vrijgave van ketel 6 werden beide ketels ontmanteld. Deze totaalsloop vond half juni plaats.
Gedurende het hele project bleven de overige installaties van de centrale in bedrijf. De aan- en afvoer vormde een logistieke uitdaging, vanwege de kleine toegangsdeur. Veel sloopafval moest handmatig kleingemaakt worden. Bovendien stond het project onder een hoge tijdsdruk, vanwege de subsidievoorwaarden voor de verduurzaming. De uitbreiding van de scope leidde ertoe dat Vlasman pas met de totaalsloop kon aanvangen nadat beide ketels waren vrijgegeven, maar desondanks konden de bouwkundige herstelwerkzaamheden op tijd worden gestart.